Volgens de leer van de frenologie kun je iemands karakter bepalen aan de hand van de bobbels in je schedel..

Frans Joseph Gall was de grondlegger van deze leer die in het begin van de 19e eeuw erg populair was. De theorie is gebaseerd op het idee dat bepaalde gebieden in de hersenen gespecialiseerde functies hebben, die ook wel modules werden genoemd. De grootte van die gebieden zou afhangen van hoe belangrijk een gebied is en de mate waarin het wordt gebruikt. De schedel zou zich aanpassen aan de groottes van de gebieden wat voor bepaalde bobbels in de schedel zorgt. Op deze manier kon een frenoloog door de schedel uitgebreid met zijn vingertoppen te onderzoeken er achter komen wat iemand zijn psychologische kenmerken zijn.

Volgens Gall waren er 27 verschillende gebieden die iemands persoonlijkheid bepaalden. Variërend van religie, poëtisch talent, affectie tot de neiging om te moorden. Alles 27 gebieden zijn op een frenologische kaart te vinden die werd gebruikt tijdens het onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek werden gebruikt om bijvoorbeeld de toekomst van een kind te voorspellen, geschikte partners te vinden en tijdens sollicitatie procedures.

Tegenwoordig wordt frenologie beschouwd als pseudo-wetenschap. Men weet inmiddels dat bepaalde functies van de hersenen niet tot één gebied kunnen worden beperkt en dat het gaat om de verbindingen tussen gebieden die een functie tot stand brengen. Daarnaast is gebleken dat de vorm van de schedel geen voorspellende waarde heeft wanneer het om iemand persoonlijkheid of toekomst gaat.

Tessa Dongelmans