Hoogsensitiviteit is een begrip dat vaak ‘zweverig’ gevonden wordt. Maar het is heel simpel: de ene persoon is gewoon gevoeliger dan de ander.

Er wordt binnen de psychologie steeds meer onderzoek gedaan naar het begrip sensitiviteit. Mensen die ‘hoog gevoelig’ worden genoemd kunnen vaak omschreven worden als mensen die zich nare situaties meer aantrekken, na een drukke dag meer last hebben van spanning en alerter zijn op de omgeving en subtiele signalen. Dit klinkt allemaal vrij negatief, maar dit type mensen zijn vaak ook instaat om subtiele sociale signalen op te vangen of zich beter in te leven in een andere persoon.

Recentelijk is er onderzoek gedaan naar de relatie tussen genen en deze persoonlijkheidstype. Er is gebleken dat een stukje gen dat mede onze stemming bepaald, en daarom ook met depressie te maken heeft, een belangrijke rol speelt. Er bleek namelijk dat wanneer mensen met dit gen opgroeiden in een vervelende omgeving, zij een grotere kans hadden om een depressie te ontwikkelen. Wanneer deze mensen in een fijne omgeving opgroeien lijken zij juist minder problemen te krijgen dan mensen zonder dit gen. Er wordt daarom gedacht dat dit gen een evolutionair voordeel heeft en dat daarom nog 20% van de bevolking dit gen heeft.

Naast lichamelijke verschillen, zoals hoeveelheden van een bepaald hormoon, zijn er ook in de hersenen van mensen met dit persoonlijkheidstype een aantal verschillen te vinden. Het blijkt namelijk dat deze mensen een grotere activiteit hebben in de amygdala wanneer zij blije of boze gezichten zien. Dit duidt erop dat deze mensen er heftiger reageren op emotionele situaties. Uit aandachtstaken is gebleken dat deze mensen moeite hebben hun aandacht weg te halen van negatieve stimuli. Maar er bleek gelukkig ook dat ze langer met hun aandacht bij positieve stimuli blijven dan andere mensen.
Ook is er uit hersenonderzoek gebleken dat de pre-frontale cortex bij mensen met dit persoonlijkheidstype sneller reageert. Dit zorgt er onder andere voor dat ze heel waakzaam zijn en sneller reageren op relevante signalen.

Verder wordt er nog meer onderzoek gedaan naar verschillende genen. Zo wordt er gedacht ook een verband te zijn met het gen dat te maken heeft met ADHD. In ieder geval is dit voorbeeld een mooie illustratie van de combinatie tussen hersenen, genen en omgeving die kunnen leiden tot een bepaalde persoonlijkheid.

Tessa Dongelmans