Hoe werken hersenen? Dit is natuurlijk een ontzettend brede vraag waar hele boeken over geschreven zijn. Daarbij komt ook nog eens kijken dat de meest belangrijke hersenwetenschappers zelfs toegeven niet volledig te weten hoe de hersenen eigenlijk werken. De vraag is of er überhaupt een moment komt waarop we weten hoe het nu echt in elkaar zit. Inmiddels zijn er wel een paar basisprincipes ontrafeld volgens welke de hersenen functioneren.

hersencellen

Je hersenen zijnopgebouwd uit cellen, net als de rest van je lichaam. Deze cellen zijn alleen anders dan bijvoorbeeld de cellen in je spieren of in je huid. De cellen in je hersenen zijn onderdeel van neuronen. Neuronen zijn lange verbindingen tussen de cellen. Een neuron bestaat uit drie onderdelen: dendrieten, het cellichaam en een axon. Informatie van een ander neuron komt binnen via de dendrieten en gaat via het cellichaam door naar een axon die de informatie naar (de dendrieten van) een volgend neuron brengt. De informatie die door een neuron heen beweegt zijn elektrische pulsen.

neurotransmitters

Tussen twee neuronen zit een hele kleine ruimte. Deze wordt de synaps genoemd. Wanneer de elektrische informatie bij de synaps aankomt worden er stofjes vrijgemaakt die neurotransmitter heten. De neurotransmitters zweven door de synaps heen en komen aan bij het volgende neuron. Een neurotransmitter kan ervoor zorgen dat het volgende neuron actiever wordt of juist minder actief wordt. En zo kan de informatie zich door de hersenen voortbewegen.

grijze massa

Deze verbindingen zijn dus de basis van je hersenen die zorgen voor de informatieoverdracht. Omdat axonen worden omgeven door een wit stofje (genaamd myeline) worden de verbindingen ook wel de witte stof genoemd. De cellichamen daarentegen worden de grijze stof genoemd. Nu zijn je hersenen zo opgebouwd dat de grijze stof zich voornamelijk aan de buitenkant van je hersenen bevindt. Dit wordt de cortex genoemd. In de cortex vindt vooral verwerking van de informatie plaats.

vier kwabben

De cortex is te verdelen in vier belangrijke gebieden die ook wel kwabben worden genoemd.
Ten eerste is er de occipitale kwab. Deze ligt op je achterhoofd en houdt zich vooral bezig met het verwerken van visuele informatie, dus is heel belangrijk voor het kunnen zien.
Daarnaast is er de temporale kwab. Deze ligt aan de zijkant, net iets hoger dan je oren. Dit gebied is belangrijk voor spraak en voor horen.
Boven op je hoofd, iets naar achteren, ligt de pariëtale kwab. Hierin bevinden zich gebieden die zorgen voor tast en het begrijpen van ruimtelijke informatie.
Als laatste is er nog de frontale kwab, die aan de voorkant ligt. Dit is een hele bijzondere kwab omdat deze alleen bij mensen zo groot en ver ontwikkeld is. De frontale kwab bevat een gebied dat zorgt voor het uitvoeren van bewegingen. Maar ook speelt het een hele belangrijke rol bij het plannen van gedrag, sociaal gedrag en het beoordelen van een situatie.

Nu verklaart deze informatie natuurlijk niet alles van de hersenen en waarom het in staat is om zulke ingewikkelde dingen te doen. Maar het licht wel een tipje van de sluier op van hoe deze bijzondere machine in zijn werk gaat.

Tessa Dongelmans